woensdag 14 augustus 2013

Deyvi kan weer dromen...

De laatste dagen van mijn verblijf in dit verbluffende land breng ik door waar ik mijn reis ben begonnen. In het pittoreske hotel 'Con Corazón' in Granada. Nette en ruime kamers, dagelijks gereinigd tot in de puntjes, airco, tv en het erg zeldzame warme water.
Daarnaast is er gratis drinkbaar water beschikbaar, een zwembad en een gezellige hotelbar. Het ontbijt is gevarieerd met dagelijks een portie fruit (watermeloen, ananas, cavaillon), lekker brood, beleg (pindakaas, konfituur en boter), gebakken ei, platte kaas en muësli, heerlijke koffie en kakelvers fruitsap. Kortom alle luxe die je als westerling verwacht in een hotel. Geertje en Joost, de Nederlandse hoteluitbaters, zijn aan hun laatste weken in dit hotel begonnen. Daarna is het de beurt aan de Fransman Boris en zijn Nica levensgezellin Marcela, die nu volop worden klaargestoomd. Dit hotel weerspiegelt effectieve en efficiënte ontwikkelingshulp zoals die zou moeten zijn. Geen geschooi met omhalingen, fundraising of subsidiegebedel. Het is intelligent zelfbedruipend in een land dat aan het begin staat van een ontwikkelingsrevolutie. Het hotel speelt in op de groeiende markt van het toerisme en gebruikt zijn winst om de lokale bevolking uit de armoede te halen. Niet door te 'geven' maar door hen de kans te geven te 'leren'. Investeren in lokaal talent maakt jongeren zelfbewust en opent voor hen deuren die vroeger gesloten bleven. Het project organiseert tijdens de weeknamiddagen extra onderwijs voor de jongste leerlingen en op zaterdagvoormiddag voor secundaire leerlingen.
Deyvi (13j.) zat op de openbare lagere plattelandsschool Bertha Gutierrez en viel op bij de leerkrachten van de ochtendschool omwille van zijn werklust en resultaten. Hij krijgt van Con Corazón de kans om naar een private school te gaan waar de kwaliteitslat mijlen hoger ligt. Zijn alleenstaande moeder, een naaister, is dankbaar en Deyvi kan begin januari van dit jaar naar de school van de broeders Salesianen zo'n 8 km - hoofdzakelijk onverharde weg - verderop. De aanschaf van het uniform, de schoolboeken, sportschoenen en andere uitrusting worden gefinancierd en het leren kan beginnen. Aanvankelijk is het keihard voor Deyvi. Om 5u. 's morgens opstaan om in de loden hitte of door de modder na een fikse regenbui naar school te fietsen waar de eerste les al om kwart voor zeven begint. De lesdag eindigt om kwart voor 1 's middags. Daarnaast is de schoolachterstand tegenover de kinderen die voorsprong opbouwden in deze private school hoog. Na enkele weken wordt Deyvi uit het voetbalteam van de school gegooid tot zijn resultaten beter worden. De aanpak is hier ouderwets hard. Deyvi houdt van lezen en verdiept zich ondertussen in de lokale literatuur. Zijn droom is om later psycholoog of wiskundeleraar te worden. Een onbereikbare droom was Con Corazón er niet geweest.
Behalve de extra ondersteuning die hij op de broederschool krijgt wordt hij op zaterdagvoormiddag bijgewerkt door de tutoren van het project. Dit gebeurt in zijn vroegere lagere school dichter bij zijn 'huis' samen met andere secundaire leerlingen uit de buurt. Zo verliest hij geen contact met zijn vrienden en vervreemdt hij niet van zijn thuis. Tijdens de week kan hij in het hotel terecht voor uitleg bij schoolproblemen en wordt hij kort op de bal opgevolgd. Dat Deyvi die kans krijgt doet andere ouders en leerlingen dromen van een zelfde kans. De leerlingen raken meer gemotiveerd en de ouders gaan langzaam hun kinderen meer stimuleren om naar school te gaan. Voor het eerst is de situatie niet uitzichtloos maar ontluikt er een kans om uit de armoede te ontsnappen. En nét dat wil Con Corazón bewerkstelligen.
Eenvoudig is de weg niet. Als meisjes die kans krijgen aangeboden door Con Corazón botsen ze weer op andere problemen. Niet alleen is het voor hen veel gevaarlijker om 's morgens alleen naar school te fietsen, ook speelt de vader een belangrijke rol in de toekomst van het gezin. En investeren in een zoon is voor velen nog steeds belangrijker dan de toekomst van een dochter. Daarom steekt Con Corazón veel energie in het gezin zelf, en gaan tutoren elke vrijdag op bezoek bij de leerlingen thuis om de ouders te betrekken bij de schoolse evolutie van hun kinderen.
Een ander probleem zijn de hang(mat)jongeren die tijdens de weeknamiddagen de lessen komen storen. Vooral tijdens de computerles zijn ze actief aanwezig en hangen door de raamopeningen te gluren. Meestal vergezeld van loeiharde gsm muziek. Het schoolterrein is niet afgesloten en men kijkt zelfs niet meer op als een koe zijn hoofd binnensteekt. Hebben jongeren dan wel geld voor een gsm, hoor ik je afvragen. Ja, die zijn hier écht spotgoedkoop. Voor deze jongeren opent internet ook een totaal onbekende wereld. Zelf kocht ik een Movistar chip en betaalde minder dan 2 euro voor een hele week onbeperkt bellen, sms'en én internet. En wij maar netjes onze factuur betalen in België, zo goedkoop kan het dus.
Geloof me vrij, in dit land helpen alle beetjes. Wat was en is mijn meerwaarde nu aan dit project? Ik probeerde tijdens mijn verblijf samen met Geertje Van der Pas de tutoren bewust te maken van het belang van het bekijken van een leerling in een breder kader. Niet enkel oog te hebben voor de kennis van wiskunde en taal maar ook oog te hebben voor andere talenten. 'Manualidad' of 'handvaardigheid' is hier hoofdzakelijk reproductie en de creativiteit van leerlingen komt dus zelden aan bod. Leerlingen met ADHD, dyslexie, dyscalculie of dyspraxie worden aan de kant geschoven.
Nog nooit van gehoord. Zij krijgen geen kansen omdat het accent op 'kennis' ligt en 'kunnen' niet naar waarde wordt geschat. Mijn steen(tje, want de rivier is hier nog érg breed) was het voorstellen van een volgsysteem rond 'sociale vaardigheden' en 'talenten'. Super dat de tutoren zoveel interesse toonden en er kritisch mee aan de slag gingen. Vijventwintig zinnen werden weerhouden en uitgeprint. Elke tutor observeerde gisteren twee leerlingen en brengt ze nu breed in beeld. Het lijkt allemaal simpel maar geloof me, elke kleine stap is hier een enorme sprong voorwaarts...
Maar misschien moeten we eerst beginnen met het dak waterdicht te maken. Het schoolterrein af te sluiten. De lokalen te schilderen. De elektriciteit veilig te maken. De klassen te isoleren. De basisvoorwaarden te vervullen. Ook dat nog.

zondag 11 augustus 2013

Als een ezel in de stierenloop van Granada, Nicaragua


Na een aangenaam verblijf in León, een klapband en een obesitas Nica die me een busrit lang in een stevige houdgreep hield, check ik opnieuw in bij Con Corazon.  Ik gooi mijn bagage op de kamer en maak me snel klaar voor de stierenrennen. De Mombacho gids met paardenstaart vertelt me waar het meest spektakel te verwachten valt en ik vertrek.
Vanuit alle hoeken komen volgeladen pick-ups de mensenmassa aanvullen. Ik baan me een weg doorheen het volk en kom een kwartiertje later aan op 'the place to be'.
Werkelijk overal hangen, zitten, liggen of staan mensen die een glimp van de Romeinse arena willen opvangen. Ik merk dat alle 'veilige' plaatsen bezet zijn en beslis stoer om 'in' de straat te gaan staan. Met zo'n massa volk zou het toch erg moeten lukken dat net ik er word uitgepikt, niet?
Ik vat post op de hoek van de hoofdstraat met een naamloze zijstraat. Dat lijkt me veilig genoeg, ik kan altijd een zijstraat inrennen indien nodig. Daarbovenop staan er een vijftal agenten op die hoek, zodat ik nog eens veilig kan filmen ook. Best handig in zo'n drukte.
Overal zie je straatverkopers leuren met paraplu's, zonnebrillen, juwelen, noem maar op. In heel mijn leven zag ik nog nooit zoveel bakfrigo's met bier op één plaats en vraag me sterk af hoe die op tijd wegraken eens de stieren worden gelost. Tussen het volk draven zwermen ruiters met lasso om de stieren te vangen eens het jolijt erop zit.
A las dos, ofte om twee uur, worden de stieren door de straten gejaagd, verzekert een agent me. Best vreemd als het net kwart voor drie is geworden. De adrenaline bij de beschonken Nica's neemt langzaam toe en het geschreeuw overstijgt het gedonder in de achtergrond. Een verfrissend onweer zorgt voor extra spektakel met een spiegelglad wegdek.
Wanneer in de verte mensen beginnen rennen breekt de paniek los in de massa. Nica's vluchten halsoverkop de zijkanten op, vallen over elkaar of vluchten de bomen in. De bakfrigo's vliegen alle kanten op en enkele paarden slaan op hol.  Vals alarm blijkt. Ik denk spontaan aan Maarten Boon die tijdens een van zijn stoere verhalen zei; ,,Nou, dan zit je rikketikker wel in je strot." Net zo.
Ik besef ondertussen maar al te goed dat ik niet echt veilig sta maar een andere plaats opzoeken is geen optie meer. Ik sta midden de zijstraat op een prachtige filmlocatie, maar in de regen en belangrijker; in de looprichting van de stieren. Ik knipoog naar mijn beschermengel, maar die slaat minachtend een Toña achterover. Ondertussen breekt er weer paniek uit in de massa.  Weer vals.
Beangstigend is het gegeven dat als de hele massa in beweging komt het schier onmogelijk is om zo'n toro te onderscheiden. Pas als het beest vlak voor je raast zie je het. Efkes. Als het dan niet meteen zwart voor de ogen wordt.
Ik beslis om geen foto's te nemen maar de hele hektiek te filmen. Ik besef dat ik de lezers van deze blog ietwat teleurstel nu, maar dat maak ik volgende week wel goed via Youtube.
Geschreeuw, getier, mensen vluchten over auto's, duiken over de middenberm weg. Daar is ie dan, el toro. Ik blijf nog even lekker in het midden van de hoofdstraat de paniek filmen. Paarden galoperen recht op me af, mensen vluchten achter mijn rug en links knalt een hele koelcel ondersteboven. Plots zie ik achter me een onverlaat met blauwe t-shirt metershoog de lucht in keilen. Hoe kan dat nu? Ik zag hem niet eens voorbij razen?
Dit is Pamplona niet waar een kudde stieren door de straten wordt gejaagd. Nee, hier lossen ze nu en dan eentje, en niemand weet wanneer of waar. Kuch. Ik vat snel terug post in het midden van de zijstraat. Hier staan enkele jeeps waar ik me makkelijk tussen kan gooien.
Weer paniek rond mij. Maar? Blijkbaar komt er van achter me, uit de zijstraat waar ik middenin sta, ook een stier aangerend. Ik panikeer, neem de koe bij de horens (fig.) en spring op de motorkap van een jeep. Rond mij is het gesleur en getrek om hogerop te raken. De bakfrigo's worden nu vestingen waarop mensen elkaar vastgrijpen. Ik krijg er genoeg van en hoop dat dit snel eindigt. Mijn portie adrenaline heb ik nu wel gehad, al voel ik me een stuk veiliger op die motorkap. Van overal weerklinkt geschreeuw en hoor je loeiende ambulances.
Daar is er weer een, met de horens vooruit en glijdend over het asfalt. Ik krijg hem op mijn scherm en film hoe hij iets verderop een man met groen t-shirt leert hoe hoog je kan gaan op een trampoline. Die zal niet goed slapen vannacht.  De straat krioelt ondertussen van het volk en vrachtwagens rollen overvol voorbij.  ,,Es finito''? Vraag ik hoopvol aan een rimpelnica. ,,Si, si!"  Een pak van mijn hart.
Ik verlaat het strijdtoneel en besef dat elk woord dat ik zal bloggen als 'aangedikt' zal worden vertaald. Maar de beelden spreken voor zich en plaats ik volgende week zeker op Youtube.
Terwijl ik door de straat terugwandel rijden politiewagens af en aan. In sommige pick-ups zitten opgepakte Nica's die zich niet aan de regels van het spel hielden.  Ik kan me inbeelden dat op zo'n moment je geliefde de straat op duwen nogal opzichtig is. Ik ben pas op mijn gemak als ik terug op mijn hotelkamer ben en de beelden bekijk. Hallucinant! 

zaterdag 10 augustus 2013

Het strand van Las Peñitas

Las Peñitas of Poneloya, een verscheurende keuze tussen twee stranden op een halfuur rijden van León. Ik kies voor het eerste omwille van de gezellige verhalen die ik er over hoor. Poneloya zou meer het strand van de Nica's zijn terwijl Las Peñitas langzaam de toeristen omhelst.
Ik zou vanuit mijn buik het Nicastrand verkiezen maar de Belgische hoteldame van ViaVia overtuigt me toch om het andere te kiezen. Ik neem een iets duurdere taxi i.p.v. een bus en beklaag me dit geen seconde. De taxidriver geeft me honderduit uitleg in zijn allerbeste Spaans en levert me netjes af op het mooiste plekje van het strand. Ik betaal en geef mijn ogen de kost.
Het strand en de meertjes erbij zijn adembenemend mooi. Het leuke is dat het pas onlangs door de toeristen werd ontdekt en het er dus nog vrij onbezoedeld bij ligt. Ik drink eerst een Toña in een strandbar om alles rustig te overschouwen en besluit dan een strandwandeling te maken. Tijdens de korte afstand naar het strand passeer ik een kroegje dat me oergezellig lijkt, 'The Crazy Turtle'. Veel kans dat ik hier straks nog even stop.
Ik wandel het strand op en heb meteen al spijt geen zwembroek bij te hebben. Gelukkig kan ik de broekspijpen afritsen en al snel loop ik tot kniehoogte door het ruwe water. Enkele vermetele surfers swingen de golven op die hoog de borst nat maken om daarna schuimend hun sierlijke koprol te maken. De zon brandt snoeihard en het voornemen om tot aan Poneloya te wandelen berg ik al snel op. Na een tweetal kilometer geef ik er de verbrande brui aan en wandel terug.
De strook tussen beide stranden ligt er verlaten bij en in de verste verte is geen mens te bespeuren. De fles water raakt langzaam op en dus komt 'The Lazy Turtle' onder de hersenpan knipogen. De bar is een allegaartje aan globetrotters en de gesprekken zijn hoogst aangenaam. Een Duitse dame met een 'who the hell are you' blik, een tof Waals koppel, een Canadees, een Spanjaard en een 'we steken het niet onder stoelen of banken' homokoppel uit Florida. De Toña's stromen rijkelijk en ik weet dat het een gevaarlijke avond aan het worden is. Door het open 'raam' zien we de vissers de nacht in trekken met hun motorbootjes terwijl de zon onder de Pacific duikt. Wanneer ik even het toilet opzoek blijkt de voorlaatste bus net te zijn voorbij gereden.
Ik neem dan maar de laatste bus hotelwaarts (die is al om half acht) maar die gooit me er pas een stuk over de stad León terug uit. Niet bijster leuk maar ook geen reden om te panikeren in een land waar om de minuut wel een taxi voorbij rijdt. In het duister wandel ik richting een benzinepomp waar ik meteen opgepikt wordt door -weer eens- een oersympathieke taxichauffeur die me netjes aan het hotel afzet. De dagen zijn hier werkelijk véél te kort... En ik zeg het nog eens tot vervelens toe: Nicaragua is ongetwijfeld het veiligste land van Centraal-Amerika. Basta.

León, stad van de revolutie.

Reizen door Nicaragua zonder te worden geconfronteerd met de politieke geschiedenis van het land, is niet mogelijk. Op elk plein, elke straathoek of bij elke kerk zie je wel ergens een eerbetoon aan de Sandinisten van president Daniël Ortega, die opnieuw de macht overnam in 2006 na gewonnen verkiezingen.
Nog vroeger had je de strijd tussen de twee grootste koloniale steden, het conservatieve Granada en het liberale León. Beide steden wisselden regelmatig hun status van hoofdstad naar gelang de regerende strekking, tot in 1852 definitief werd beslist om Managua als compromis tot hoofdstad te kronen. Om me nog wat te verdiepen in de ongemeen boeiende politieke geschiedenis van dit land besluit ik het 'museum van de revolutie' te bezoeken op het centrale plein.
Ik verwacht geen objectieve weergave van de feiten, daar deze rondleidingen door veteranen van de oorlog worden verzorgd. En allen dragen ze een niet mis te begrijpen shirt van het FSLN, de Sandinistische partij. Na een luttele 30 cordoba's te hebben betaald word ik vriendelijk ontvangen door een besnorde grijsaard die me voorstelt eerst even op het dak te gaan kijken voor een zicht over de stad. Een gids voor mij alleen, ik zal opnieuw erg aandachtig moeten zijn. Hij vertelt op een boeiende manier over de geschiedenis van de stad waarvan de eerste nederzettingen op dertig kilometer van het huidige centrum liggen. Vulkaanerupties noopten ooit tot een verhuis naar veiliger oorden.
Wat later komen we in de zaal van de revolutie en begint de lofzang over de verwezenlijkingen van de Sandinisten. De kern van het verhaal is natuurlijk de 'gewonnen' strijd tegen de Amerikanen, waarvoor heel wat Nicabloed vloeide. Eerst was er Augusto César Sandino die de Amerikanen bevocht in de jaren twintig, tot de familie Samoza met Amerikaanse steun de macht greep. Die werd na jaren van dictatuur en onderdrukking door de Sandinisten verdreven na de moord op president Anastasio Somoza García tijdens een party in León. De Amerikanen vreesden echter dat het communisme via Nicaragua Latijns Amerika zou overspoelen en steunden vanuit Honduras militair een allegaartje tegenstanders van het regime.
Dit mondde uiteindelijk uit in het Iran-Contra-schandaal, een zware nederlaag voor toenmalig president Ronald Reagen. Hij leverde in het geheim wapens aan Iran en financierde hiermee illegaal de Contra's in Nicaragua. Dat gringo's hier niet erg geliefd zijn hoeft niemand dus te verbazen. Daniël Ortega wordt hier niet als een vijandige dictator beschouwt maar wel als iemand die hard zijn best doet om niet te mislukken. Zijn pogingen om de economie van het land terug een beetje op de rails te krijgen worden alvast gesmaakt. Wanneer de gids het heeft over de o zo belangrijke onafhankelijkheid van het land en dat elke buitenlandse inmenging de mond gesnoerd zal worden kan ik het toch even niet laten.
Ik vraag me hardop af waarom de Sandinisten dan nu hun ziel aan de duivel verkopen om de Chinezen een gigantisch kanaal te laten bouwen dwars door het land heen. Of dit dan geen buitenlandse inmenging is? De ecologische en menselijke schade zal onmiskenbaar gigantisch zijn en het zal -tot spijt voor wie het benijdt- de lokale ongeschoolde Nicaraguaan echt geen topjob bezorgen. De gids besluit dan maar dat de 30 cordoba's opgepraat zijn en na snel nog enkele foto's te hebben genomen verlaat ik het glorierijke gebouw. En ja, het was toch echt wel interessant geweest.

vrijdag 9 augustus 2013

Vulcano boarden van Cerro Negro, Nicaragua

Al twee dagen in het zwoele en gezellige Leon, tijd om weer een uitdaging aan te gaan. Avontuur komt nooit naar je toe, dus zoek ik het zelf maar op. De 'Thrill list' van CNN zet het 'Vulcano boarden' op nummer twee (http://travel.cnn.com/explorations/play/50-thrilling-experiences-116798), en laat dit nu net in Nicaragua zijn. Ik informeer me in het BigFoot kantoor en krijg wat fysieke vragen voorgeschoteld. Dit moet dé experience van mijn reis worden en dus teken en betaal ik netjes de 350 cordoba's. Huiswaarts keren zonder dit van mijn lijst te hebben geschrapt is geen optie.
's Morgens om 9u. is het verzamelen geblazen in het kantoor. Ik merk al snel dat ik veruit de oudste ben en het zal moeten opnemen tegen vooral Amerikaanse macho's. Ik probeer stoer mijn buik in te trekken en de borst vooruit te steken maar hou dit niet langer dan zeventien seconden vol.
Nu goed, er gaan ook dames mee en dus hoeven we nu ook niet te panikeren. We stappen in een open vrachtbus en hobbelen doorheen het platteland richting de vulkaan. Altijd mooie beelden als je door het platteland rijdt trouwens. Onderweg worden we met mango's bekogeld door enkele echte hangjongeren, bengelend in een overrijpe mangoboom. Sommigen slagen erin een mango op te vangen en zo een extra ontbijt binnen te spelen.
Aan de voet van de vulkaan stappen we uit en betalen 6 dollar om het vulkaangebied in te mogen. De blazen worden een laatste maal geleegd en iedereen krijgt zijn uitrusting. Een oranje zak met oranje overall, een duikbril en een behoorlijk zwaar 'board'. dit is een houten plank met onderaan een metalen plaat. Dit moeten we dus de hele vulkaan opsjouwen. Een fotocamera mogen we niet meenemen wegens te gevaarlijk en ook alle rugzakken blijven in de vrachtwagen. Ik beslis toch mijn ondertussen vier jaar oude gsm mee te nemen samen met een literfles water. Sommigen laten dit vocht achter en ondervinden al snel hoe onverstandig dat is.
Vulkanen zijn altijd kuitenbijters. De kegelvorm en de onstabiele ondergrond eisen een gedoseerde aanpak. De gids probeert iedereen nog wat schrik aan te jagen door alle risico's op te sommen en eentje geeft al meteen op. Jammer. We klimmen aan een stevig maar te verteren tempo. Er wordt regelmatig gepauzeerd om de laatste dames op te rapen en buiten nog een handvol opgevers bereiken we met een ruime meerderheid de top.
De eerste fotoshoot kan beginnen. Na grondig de krater te hebben bestudeerd krijgen we een korte instructie over hoe de plank moet worden bestuurd. Ga je naar rechts, plant je je linkerhiel en omgekeerd. Hoe meer je naar achter leunt, hoe hoger je snelheid. Wanneer je aan hoge snelheid de controle verliest je armen voor je gezicht houden en je niet oprollen.
Kwestie van niet nog sneller de dieperik in te duiken. Je mond dichthouden om de stofwisseling niet de hoogte in te jagen lijkt ook verstandig samen met het loslaten van de plank. Want dat ding wil je echt niet tegen je kop krijgen. We verdelen ons in twee groepen en de eerste glijdt downhill. Beneden staat iemand de snelheid te meten met een shotgun en halverwege de gids die signaleert wanneer we mogen vertrekken.
Het stofspoor op zich is al indrukwekkend. Ik neem de plank en probeer zo goed mogelijk positie te nemen. Wanneer ik het sein krijg zet ik mijn voeten op de plank. De snelheid loopt vlug op en het is meteen duidelijk hoe belangrijk het voetenspel is.
Halverwege lijk ik de plank goed onder controle te hebben en door de stijgende snelheid krijg ik massa's stof te verwerken. Enkele kleinere bulten halen me net voor het einde bijna onderuit en de gemiddelde eindsnelheid zakt tot 36 km/u. Dit was gewoon subliem!
Enkelen houden hun board de hele tijd onder controle en eindigen aan een snelheid van max. 72 km per uur. Helaas zijn er ook heel wat die halverwege de plank moeten lossen en te voet de berg afmoeten. Ontgoocheld kruipen ze de vrachtwagen op. Wanneer iedereen veilig beneden is geraakt wordt het materiaal ingezameld en kruipen we terug de vrachtbus op. Er wordt royaal 'Victoria-bier' uitgedeeld (eens geen Tona) en er heerst een luidruchtige 'we did it' sfeer.
Een goed uur later kom ik 'pottezwart' in het ViaVia hostal aan en kruip de douche in. Mijn haar vol steengruis en een machtige ervaring rijker.

maandag 5 augustus 2013

De Puma trail van de Mombacho vulkaan

Eindelijk! De eerste stevige actieve stratovulkaan ligt stoer voor de voeten te wachten. Naast de gids die ik vanuit Con Corazon kreeg toegewezen komt nog een locale specialist versterking bieden.
Helaas voor mij zien de twee Duitse en drie Amerikaanse toeristen die mee taxiden tot aan de voet het niet zitten om de Puma trail te ondernemen, de trail waarop ik echt mijn zinnen heb gezet. Zij kiezen voor de eenvoudige wandeling van anderhalf uur rond de krater van de Mombacho vulkaan.
Ik word voldoende gewaarschuwd op voorhand zodat ik goed weet aan welke tocht ik begin. Lange klimstukken van gemiddeld 45 graden, erg gladde stroken door de vochtigheid en gevaarlijke afgronden. Twee gidsen voor mij alleen, dat geeft een pak vertrouwen en ik besluit door te zetten. Met de regenjas losjes, de camera in een regenvrije binnenzak en een stevige literfles water begin ik eraan. Het eerste stuk is een opwarmertje en ik merk vrij snel wat - weer eens - het meest vervelende probleem wordt. Natte brilglazen, en bij het zweten (en dat doe je sowieso in dit klimaat) dampen ze ook nog eens aan.
De gidsen amuseren zich en geven honderduit uitleg (in het Engels) over de fauna en flora in dit nevel- en dwergwoud. We botsen op prachtige bromelia's, orchideeën (zulke waar kikkers in leven) en bij het begin ook prachtige vlinders. Naarmate we stijgen neemt de wind toe en verdwijnen de mariposa's (vlinders).
Dit traject heet de 'Puma trail' omdat deze katachtigen in dit gebied voorkomen. De kans om ze te ontmoeten is echter bijzonder klein. Veel groot wild zien we vandaag niet, op een luiaard en wat apengebrul na. Ook de talrijk aanwezige slangen blijven gelukkig netjes van ons pad af. De prachtige spinnenwebben onderweg zijn een streling voor het oog. De trail is goed aangelegd en het klimmen verloopt via ongelijke trappen en gevaarlijk glibberige houten planken afgewisseld met kleine hangbrugjes om de waterstromen te overbruggen. Echt goed te doen, al moet ik zeer goed uitkijken waar ik mijn voeten zet.
Niet vreemd dus dat ik wat later tegen een uitstekende tak knal. De gids met de camouflagebroek beseft het gevaar en beslist om meteen de hele boom onderuit te halen. Drastisch, maar wel efficiënt natuurlijk. De afgronden vallen mee en het klimmen is lastig maar gedoseerd netjes te verteren. Hier en daar botsen we op een prachtig gelegen uitkijkpost van waaruit je het meer van Nicaragua kan overzien tot aan de Caraïbische kust.
Ook de vulkanen van Ometepe zijn schitterend te zien in al hun schoonheid. Behalve in het regenseizoen, dan zie je... nougatbollen dus. Als we stoppen is het om een frisse slok water te nemen, een snelle foto in te blikken, een korte uitleg te krijgen of om de paardenstaart gids met de veel te gladde schoenen overeind te helpen. Wanneer ik de krater bereik zie ik weer niks door de wolken. We stappen een hut binnen waar wat uitleg wordt gegeven over de koffieteelt op de flanken en vullen de maag met (what else) kip, rijst en banaan. Zalig sportief klimdagje achter de rug dus.
Morgen wordt opnieuw wat werken aan het hotelproject en woensdag trek ik voor een aantal dagen richting Léon. Zondag wil ik absoluut in Granada zijn want dan... sturen ze stieren door de straten net als in Pamplona. En je begrijpt dat ik dat voor geen Cordoba wil missen!
(rechts een slapende luiaard in een boom op de flank van de Mombacho vulkaan. Deze dieren zijn slechts enkele uren per nacht actief en zijn territoriaal. Je ziet ze zelden in familiegroep)

zaterdag 3 augustus 2013

Nicaraguaans geluk

Dit is even geen verslag van de laatste dagen, maar een persoonlijke indruk van het land. Ik blijf Nicaragua een erg fascinerend land vinden. Het is een van de armste landen van Centraal Amerika, maar nergens zag ik het zo goed verstopt. Je ziet hier geen bedelaars, slechts uitzonderlijk een schoenpoetsertje, amper gehandicapten in het straatbeeld. Wanneer je rustig op een bankje gaat zitten in het centrum van een stad komt niemand je lastig vallen of dringt men niet aan om iets te kopen. Wanneer straatverkopers merken dat je geen interesse hebt wandelen ze rustig verder. Op dat gebied is dit het meest aangename land dat ik als backpacker bezocht. Je voelt je ook veilig door de vriendelijkheid van de mensen en de aanwezigheid van militairen en politie in het straatbeeld.
De armoede is zichtbaar op een ander niveau en gaat vooral over het ontbreken van basisvoorzieningen. Honger heeft men hier niet, daarvoor is het land véél te vruchtbaar. Door het vochtige klimaat is dit een aards paradijs met een overvloed aan vruchten en ander lekker voedsel. Maar het land is erg slecht georganiseerd. Bijna alle straten zijn naamloos en huizen dragen dus geen nummer. Een GPS is hier niks waard. In de hoofdstad Managua heb je nergens wegmarkeringen of verkeersborden. De grootste straat heeft voorrang, de rest zoek je zelf uit.
Buiten de steden ontbreekt de elektriciteit of is er onvoldoende drinkbaar water. Paard en kar of ossenkarren met houten wielen zijn nog steeds populairder dan een auto of brommer. Naar veel dorpen is het zelfs onmogelijk om er met een wagen te raken. De mensen buiten de steden hebben geen bezit, slechts bij hoge uitzondering een tv of een fiets. Ze geloven ook niet dat ze vooruit kunnen en berusten in hun lot. Ambitie ontbreekt volkomen. Riolen zijn grachten naar rivieren, de varkens en kippen lopen in en uit de hutten, men leeft van dag tot dag.
Maar is dit dan het 'apenland' zoals wij ons voor ogen houden? Die vraag stel ik me nu al dagen. Zij hebben nog de ongerepte natuur die wij in Europa hebben vernietigd. Zij leven zonder luxe maar berusten in hun lot. Zij maken zich geen zorgen over hun pensioen en leven met de glimlach van dag tot dag. Ze weten niet beter en zijn overtuigd dat op het einde altijd alles goed komt. Ze missen geen warme douche of een goeie lattenbodem want dat hadden ze nooit. Ze zitten 's avonds niet achter tv of computer maar gezellig rond een vuurtje terwijl de kinderen leute maken met elkaar op het veld. Het hele dorp kent en helpt elkaar en is sociaal stevig georganiseerd.
Ze hoeven niet bang te zijn voor criminelen want er valt niks te rapen. Ouders leren hun kinderen vissen en dieren verzorgen en de familiebanden zijn oersterk. Ik heb het gevoel dat men hier 'gelukkig' is, het ultieme levensdoel. Hoeveel mensen in onze wereld van luxe zijn niet ongelukkig? Dat luxe niet gelukkiger maakt wist ik wel al langer. Hoe meer je hebt hoe meer je mist en hoe minder je verlangt. Zo'n 'back to the basics' ervaring is voor mezelf dan ook telkens erg verrijkend en iets waar iedereen eens zou moeten worden in ondergedompeld.
Het leven waarin niks meer vanzelfsprekend is, van het stopcontact tot een druppel warm water. Volgens mij is het ook dat wat jeugdkampen zo supertof maakt. Weg van alle luxe in tenten onder de blote hemel ontdekken wat de fundamentele waarden zijn die gelukkig maken. En vriendschap is hier hét sleutelwoord.